Periglacial deposits and sedimentary structures in the Upper Pleistocene infilling of the Flemish Valley (N.W. Belgium
DOI:
https://doi.org/10.26485/BP/1981/28/27Keywords:
fossil periglacial, Flemish Valley evolutionAbstract
The Flemish Valley forms the main upper Pleistocene outlet of the Scheldt river in Northern-Bclgium (51°N lat. 3° E long.). It consists of a very wide thalweg pattem, decply cut into a sandy-clayey Tertiary substratum and filled up by Saalian fluvioperiglacial deposits, by Eemian marine and fluviatilc sediments and mainly by Vistulian deposits of dominant by fiuvioperiglacial nature, covered by a rather thin sheet of Tardiglacial eolian sediments, which dammed and deviated the northwards directed upper PJeistocene drainage. The paper presents an outline of the evolution of the Flemish Valley and describes four outcrops in co-Vistulian, meso-Vistulian, fini-Vistulian and Tardiglacial infillings of the Valley, especially focusing on fossil periglacial structures, their nature and their paleoclimatic meaning in a stratigraphical and paleomorphological framework.
References
De Groote, V., 1977 - Pollenanalytisch onderzoek van Midden- en Boven-Pleistocene afzettingen in Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit, Fac. Wetensch., Dr. Thes.; 98 pp.
De Moor, G., 1963 - Bijdrage tot de fysische landschapsvorming in Binnen-Vlaanderen. Tijdschr. Belg. Veren. Aardrijksk. Studies, 32; p. 329-433.
De Moor, G., 1974 - De afzetting van Dendermonde en haar betekenis voor de jong-kwartaire evolutie van de Vlaamse Vallei. Natuurwet. Tijdschr., 51; p. 3-68.
De Moor, G., 1978 - Structures périglaciaires dans quelques terrasses fluviatiles du Nord de la France et en Belgique. Bull. Soc. belge Géol., Paléont., Hydrol., 87; p. 55-65.
De Moor, G. & De Breuck, W., 1973 - Sedimentologie en stratigrafie van enkele pleistocene afzettingen in de Belgische Kustvlakte. Natuurwet. Tijdschr., 55; p. 3-96.
De Moor, G. & Heyse, I., 1974 - Lithostratigrafie van de kwartaire afzettingen in de overgangszone tussen de Kustvlakte en de Vlaamse Vallei in Noordwest België. Natuurwet. Tijdschr., 56; p. 85-109.
De Moor, G. & Lootens, M., 1975 - Afzettingen met Corbicula Fluminalis in het Leiedal tussen Deinze en St. Baafs-Vijve. Natuurwet. Tijdschr., 57; p.165-184.
De Moor, G. & Heyse, I., 1978 - Dépôts quaternaires et géomorphologie dans le Nord-Ouest de la Flandre. Bull. Soc. belge Géol., Paléont., Hydrol., 87; p. 37-47.
De Moor, G., Heyse, I. & De Groote, V., 1978 - An outcrop of Eemian and Early-Weichselian deposits at Beernem (N.W. Belgium). Bull. Soc. belge Géol., Paléont., Hydrol., 87; p. 27-36.
De Smet, P., 1973 - Paleogeografie en kwartair-geologie van het confluentiegebied Dijle-Demer. Acta Geographica Lovaniensia, 11; 141 p.
Dylik, J., & Maarleveld, G. C., 1967 - Frost cracks, frost fissures and related polygons. Meded. Geol. Stichting, N.S.,18; p. 7-21.
Edelman, C. H., Florschütz, F. & Jeswiet, J., 1936 - Über spätpleistozäne und frühholozäne kryoturbate Ablagerungen in den Östlichen Niederlanden. Verh. Geol. Mijnb. Gen., Geol. Ser., 11; p. 301-336.
Gauthier, A., 1974 - Fossiele vliegmaden (Protophormia Terraenovae Robinseau - Desvoidy, 1830) in een schedel van de wolharige neushoorn (Coelodonta antiquitatis) uit het Onder Würm te Dendermonde (Oost-Vlaanderen, België). Natuurwet. Tijdschr., 56; p. 76-84.
Heyse, I., 1975 - Bijdrage tot de geomorfologische kennis van het Noordwestelijk deel van de Vlaamse Vallei en haar randgebieden. Gent. Rijksunversiteit, Fac. Wetenschappen, Dr. Thes., 225 pp.
Maarleveld, C. G., 1976 - Periglacial phenomena and the mean annual temperature during the last glacial time in the Netherlands. Biul. Peryglac., 26; p. 57-78.
Marechal, R., 1956 - L'étude des phénomènes périglaciaires en Belgique. Biul. Peryglac., 4; p. 83-98.
Marechal, R. & Maarleveld, G. C., 1955 - L'extension des phénomènes périglaciaires en Belgique et aux Pays-Bas. Meded. Geol. Stichting, N.S., 8; p. 77-86.
Paepe, R. & Van Hoorne, R., 1967 - The stratigraphy and Paleobotany of the Late Pleistocene in Belgium. Toelicht. Verh. Geol. Kaart en Mijnkaart v. België, 8; 95 pp.
Tavernier, R., 1944-45 - Phénomènes périglaciaires en Belgique. Bull. Soc. belge Etudes Géog., 16; p. 112-138.
Tavernier, R., 1946 - L'évolution du Bas-Escaut au Pléistocène supérieur. Bull. Soc. belge Géol., Paléont., Hydrol., 55; p. 106-125.
Tavernier, R., 1950 - Compte rendu de l'excursion du 5 novembre 1949 aux travaux de creusement du "Sifferdok" à Gand. Bull. Soc. belge Géol., Paléont., Hydrol., 59; p. 383-388.
Tavernier, R., 1954 - Le Quaternaire. In: Prodrome d'une description géologique de la Belgique (P. Fourmarier, éd.), Liège, Vaillant-Carmanne; p. 565-589.
Tavernier, R. & De Moor, G., 1974 - L'évolution du bassin de l'Escaut. In: L'évolution quaternaire des bassins fluviaux de la Mer du Nord méridionale (éd. P. Macar), Soc. Géol Belgique, Centenaire; p. 159-231.
Vandenberghe, J., Vandenberghe, N. & Gullentops, F., 1974 - Late pleistocene and holocene in the neighbourhood of Brugge. Meded. Koninkl. Acad. Wetensch., Lett., Schone Kunsten België, 36; p. 1-77.
Van Hoorne, R. & Verbruggen, C., 1969 - Le Tardiglaciaire à Roksem (Belgique). Bull. Inst. Roy. Sci. Nat. Belg., 45, (21); 10 pp.
Verbruggen, C., 1971 - Postglaciale landschapsgeschiedenis van zandig Vlaanderen. Botanische, ecologische en morfologische aspekten op basis van palynologisch onderzoek. Gent, Rijksuniversiteit, Fac. Wetensch., Dr. Thes.; 440 pp.
